zondag 19 juli 2009

Alleen

Tomorrow I am going to confront my father about his alcoholism. I've never been so scared.

'Pap? Ben je thuis?' Hella duwde de deur voorzichtig open. Het was stil. 'Pap?' Langzaam liep ze de kleine donkere gang binnen.
Ze zette haar natte paraplu tegen de trapleuning en sloot de deur achter zich. 'Ik ben het, Hella.' Ze stond even stil en hield haar adem in, in de hoop zo ieder geluid in het huis te kunnen horen.
Het bleef stil. Ze liep door de gang en opende de deur naar de keuken. Op het aanrecht stond een bordje met een mes erop. Ernaast stond een halfvol kopje thee. Er lagen kruimels omheen. Naast het fornuis zaten etensresten aan het aanrechtblad gekoekt. In het hoekje lag een schaar. Verder was de keuken leeg. De tafel die haar hele leven aan de rechterkant tegen de muur had gestaan was weg. Op de plank die ooit boven de tafel had gehangen, maar die nu misplaatst in het niets hing, lag een beschimmeld brood. De ramen van de achterdeur waren beslagen. Het was warm. Ze voelde aan de verwarming en trok in een reflex haar hand terug. Gloeiendheet.

'Pap, ik zou toch langskomen? Waar ben je? De deur stond open.' Ze praatte tegen hem. Hoopte dat ze tegen hem praatte. Dat hij ergens was. Dat hij misschien sliep. Een groeiende angst raasde door haar lichaam. Haar gedachten probeerden hem te kalmeren. Dit gebeurde wel vaker. Er was nog nooit iets ergs gebeurd. Meestal was hij vergeten 's nachts na thuiskomst de deur dicht te doen. En lag hij waarschijnlijk op de bank te slapen.
Ze stond voor de deur naar de woonkamer. Bleef even stilstaan en duwde deze toen zachtjes open. 'Pap? Ben je hier?' De gordijnen waren dicht. Kleine straaltjes licht kwamen binnen door de spleet aan de bovenkant. De bank was leeg, op twee oude kussens na. Op het kleine bijzettafeltje stond een lege fles whiskey. De dop lag ernaast. De televisie stond aan. Geluidloos kwamen de beelden van MTV de kamer binnen. Meisjes in te korte rokjes die in close-up met hun billen schudden. De varen bij het raam leek al een tijd geen water meer te hebben gekregen, zijn gele bladeren hingen naar beneden. Toen Hella richting de televisie liep om deze uit te zetten zag ze haar vader liggen. Naast de bank. Hij had zijn jas nog aan, zijn schoenen lagen naast hem. Zijn rehterarm hing over zijn aktentas, die hij altijd bij zich droeg wanneer hij het huis verliet. Alsof hij nog steeds naar zijn werk ging.
Ze liep snel naar hem toe. 'Pap?' Ze raakte zijn arm aan, streelde over zijn vlassige haar. Even was ze bang dat hij koud aan zou voelen. Terwijl ze hem zachtjes heen en weer schudde kwam er beweging in de man. Ze schrok ervan en schaamde zich.
Langzaam opende hij zijn ogen. Keek even gedesorienteerd om zich heen, herstelde zich en ging rechtop zitten. "He Hella, je bent er al,' zei hij, terwijl hij zijn kleren probeerde te fatsoeneren. 'Dat is me ook wat, kijk nou toch. Ik was gisteren zo moe toen ik thuis kwam. Ik moet in slaap zijn gevallen.' Hij probeerde te glimlachen. "Gaat het pap?' vroeg Hella. 'Heb je ergens pijn?' 'Welnee, gekkie,' zei haar vader schor. Hij schraapte zijn keel. 'Ik was gewoon heel moe. Verder is er niets aan de hand.'

'Pap, dit kan niet meer. Ik kan dit niet meer,' zuchtte Hella. "Hoe bedoel je?' 'Ik kan dit spelletje niet meer met je meespelen. Ik kan niet meer doen alsof er niets aan de hand is.' Ze ging naast hem zitten. Hij keek opzij. 'Er is toch verder niets aan de hand? Wat zou er aan de hand moeten zijn?' 'Kom op pap. Kijk naar jezelf. Je ligt hier met je jas aan op de grond. Er staat een fles drank naast je. Denk je nou dat ik niet zie wat er aan de hand is?' Hella werd boos. De afgelopen maanden had ze dit gesprek voortdurend gemeden, uit angst haar vader van zijn voetstuk te stoten. Nu het eindelijk zover was kwam alle boosheid naar boven. 'Denk je nou dat ik niet zie dat je de afgelopen maanden steeds meer bent gaan drinken? Dat je eigenlijk niets anders meer doet? Waar ga je naar toe pap, met je tas? Wat zit er eigenlijk in? Ze reikte naar de tas die naast haar vader lag. Hij was haar net voor. Greep de tas en probeerde overeind te komen. 'Wat een onzin Hella. Doe niet zo achterlijk. Bemoei je met je eigen zaken.' 'Jij bent een van mijn zaken!' riep ze tegen hem. 'Ik kan niets meer doen zonder me zorgen te maken over jou. Als ik je bel en je neemt niet op ben ik bang dat je jezelf dood hebt gedronken, als je wel opneemt hoop ik alleen maar dat je je daarna niet gaat bezatten. Ik voel me schuldig omdat ik voor je zou moeten zorgen. Door jou slaap ik slecht, maak ik ruzie met Bart, en kan ik me op mijn werk niet concentreren.' Haar vader stond wankel in de kamer. Hij hield de tas in zijn armen geklemd en keek met grote ogen op haar neer. Hij leek te twijfelen tussen boos worden of onverschillig doen. Koos uiteindelijk voor het laatste. 'Als je zo doet, lijk je net op je moeder.' Hij liep naar de gang, trok zijn jas uit en zette zijn tas neer. 'Die kon ook altijd alles groter maken dan het in werkelijkheid was'. Ze hoorde hoe hij naar de keuken liep om thee te zetten. Ze wist dat het geen zin had. Dat hij dit gesprek net zo hard uit de weg zou gaan als alle andere gesprekken. Anderhalf jaar geleden, over haar moeders ziekte. Zes maanden later, over haar dood. Twee maanden daarna verloor hij zijn baan. Sindsdien had ze hem langzaam weg zien glijden. Hij werd afweziger, sloot zich af van haar, en bracht zijn dagen op onbekende plaatsen door. Steeds vaker kreeg ze telefoontjes van zijn buurvrouw, dat de deur open stond, of dat ze hem 's ochtends op de stoep had gevonden.

Ze liep naar de keuken. Zei met een rustige stem: 'Ik maak de dingen niet groter dan ze zijn, jij probeert ze te ontwijken. Papa, kijk om je heen, kijk in de spiegel.' Hij stond met zijn rug naar haar toe. Zijn handen lagen op het aanrecht. 'Je hebt geen idee,' mompelde hij. 'Je hebt geen idee'. 'Jawel pap, ik heb wel een idee. Ik ben er bij geweest de afgelopen jaren. Ik heb het ook allemaal gezien.' Het was stil. Ze keek naar buiten en zag de tafel op het platje liggen. Twee afgebroken poten lagen ernaast. Het theewater kookte. Haar vader pakte het kopje van het aanrecht, goot het leeg in de gootsteen en schonk het kokende water erin. 'Ik weet dat je het er niet over wilt hebben, dat het moeilijk is. Maar ik weet waar je doorheen bent gegaan de laatste tijd.' 'Je hebt geen idee meisje.' 'Ik zie in ieder geval waar het toe geleid heeft. Stel je toch voor dat mama je zo zou zien.' Hierop draaide hij zich met een ruk om. Tranen stonden in zijn ogen. 'Laat je moeder hier buiten,' zei hij hard. 'Je begon er net zelf over pap. Kijk nou toch.' Ze gebaarde met haar arm om zich heen. 'Dit lijkt in de verste verte niet meer op het huis waarin ik ben opgegroeid. Dit lijkt op een kraakpand, een bouwval. Pap, het is hier vies. Het stinkt in de keuken, de planten in de woonkamer zijn dood. Het gaat niet goed.' Ze keek hem aan.
Hij sloeg zijn ogen neer. Met zijn handen steunde hij achter zich op het aanrecht. Hij bleef even stil. Keek daarna op, knipperde even met zijn ogen en schraapte zijn keel. Zacht en bedeesd zei hij: 'ik wil dat je weg gaat. Je hoeft je om mij geen zorgen te maken. Ik red me wel. Ga en leef je leven.' Toen ze hem in de reden wilde vallen om hem te zeggen dat ze dat niet kon, maande hij haar tot stilte. Hij keek haar aan. 'Laat me met rust Hella. Laat me alleen. Doe Bart de groeten.'
Hij draaide zich om, pakte het kopje thee en liep de keuken uit.
Terwijl hij de trap op liep zei hij: 'en doe de deur achter je dicht, wil je.'

Geen opmerkingen:

Een reactie posten