maandag 11 oktober 2010

Broer

I always check for hidden cameras in gas station bathrooms.

Ze zeggen dat hij overal is. Big Brother. En ik weet eigenlijk niet precies wat ze daarmee bedoelen. Of wie. Ik heb geen grotere broer. Wel een zusje, die drie jaar jonger is. Maar geen broer. Dus ze bedoelen in ieder geval niet mijn broer. Maar van wie die broer dan is, dat begrijp ik dus niet zo goed. En ik snap ook niet hoe hij overal kan zijn. En waarom hij naar me zou moeten kijken. Big brother is watching you. Mijn vader zegt het zo vaak. Als we in een winkel lopen en ik per ongeluk een kledingstuk van het rek stoot. In de supermarkt, bij de kassa waar mijn moeder altijd met haar pinpas betaalt. Mijn vader wil dat ze met geld betaalt, maar mijn moeder vindt dat onzin. ‘Zo kan ik tenminste niet beroofd worden,’ zegt ze dan. Als we oma ophalen van de trein zegt mijn vader het ook. En laatst, in de rij bij het zwembad.
Ik heb hem wel eens gevraagd wat hij bedoelde, en toen wees hij naar boven en zei het nog een keer: Big brother is watching you. Daarna vertelde hij een lang verhaal, over dat er overal camera’s hangen en dat de regering dan precies weet wat je doet. Maar ik begreep niet wat dat te maken had met die broer, en van wie hij nou een broer is.
Misschien heb ik wel ergens een grote broer. Dat mijn vader stiekem eerst een andere vrouw had, en dat hij daarmee een kind heeft gemaakt. En dat die broer dan heel graag bij ons gezin wil horen, maar dat niet mag omdat wij niet weten dat hij er is, en hij dus de hele tijd van een afstandje naar ons zit te kijken. Misschien probeert mijn vader ons duidelijk te maken dat hij nog een zoon heeft, die hij mist, en die hij bij zijn familie wil hebben en zegt hij het daarom zo vaak. Hoopt hij dat wij hem begrijpen en zullen zeggen dat hij wel bij ons mag komen wonen.
Maar dan snap ik nog steeds niet wat dat met de regering te maken heeft. Zou de regering hebben besloten dat mijn broer niet bij mijn vader en ons mag wonen, en mag hij nu alleen maar door camera’s naar ons kijken? Van een afstandje doen alsof hij er in werkelijkheid bij is. Of misschien is mijn broer al veel ouder en werkt hij bij de regering. Dan kan hij zelf beslissen of hij door de camera’s wil kijken.
Ik zou hem wel eens willen ontmoeten. Het is vast leuk om een oudere broer te hebben. Als hij al veel ouder is dan heeft hij misschien wel een scooter, en dan mag ik achterop. Mijn zusje nog niet, want die is nog veel te klein. Dan kan mijn broer ons meenemen naar de film, en dan gaan we popcorn eten en cola drinken.
Maar wat zal mijn moeder ervan zeggen? Die weet natuurlijk van niets. Die denkt dat mijn vader alleen van haar houdt en dat hij alleen met haar kinderen heeft gemaakt. Want ik weet heus wel dat als een man en een vrouw heel veel van elkaar houden, ze dan kinderen kunnen maken. Ik weet niet precies hoe, maar het is wel zo. Maar zou mijn vader dan ook van een andere mevrouw gehouden hebben? Of dat hij daar nog steeds van houdt? Dat mag mijn moeder natuurlijk nooit weten. Ik moet mijn vader laten weten dat hij het niet meer mag zeggen, dat ik een grote broer heb die ons volgt. Ik moet hem vertellen dat hij moet oppassen, dat hij zo het geheim verklapt en dat mijn moeder dan heel verdrietig wordt. Mijn zusje mag het dan pas later weten, want die is nog veel te klein, die kan haar mond nog niet houden. Maar misschien kan ik mijn grote broer wel in het geheim een keer zien, en dat we dan doen alsof ik bij Jessica ga spelen, maar dan met hem naar de film ga. Dan moet Jessica het ook weten, maar die kan wel een geheim bewaren, die weet ook dat ik verliefd ben op Tobias. En Jessica’s moeder, die moet het dan ook weten, maar dat moet mijn vader dan met haar afspreken.
Misschien lijk ik wel op mijn grote broer, dat zou leuk zijn, dat mensen het wel kunnen zien aan ons, dat we familie zijn. Misschien voelt hij zich dan niet zo alleen meer.