maandag 22 juni 2009

Metro

I still cannot believe how much happier I am without the commute.

De wekker piept. Buiten is het donker. Zoals altijd. Zelfs in de zomer is het dan nog donker. Meestal slaat hij hem nog een paar keer uit, maar na drie keer moet hij er echt uit.
5.15 AM De wekker. Snooze.
5.25 AM Weer de wekker. Snooze.
5.35 AM De wekker. Dekens af. Licht aan. Want anders.
5.37 AM Voeten naast bed. Soort van rechtop zittend.

De douche is altijd te koud. Het badkamerlicht te fel. Spaarlampen zijn ook niet de oplossing. Met gesloten ogen wast hij zich, scheert zich met het draadloze scheerapparaat. Draait dan de kraan dicht. De comfortabele warmte van het water verdwijnt. Weer die kou. De handdoek naast het douchegordijn op de wc. Bukken doet altijd pijn ’s ochtends.
5.39 AM Licht in badkamer aan. Kraan open. Onderbroek uit. In de wasmand.
5.40 AM Onder de douche. Wassen, scheren, afdrogen. Langzaam open ogen.
5.44 AM Licht uit, op tenen door slaapkamer. Niet storend aankleden.

Beneden smeert hij zijn boterhammen. Meestal hetzelfde: bruin brood met kaas. Soms met een beetje mayonaise erbij. Of sandwichspread. Een kopje senseo koffie. Met suiker. Op slechte dagen, als het regent, ook met wat melk. De kat, die van alle commotie wakker is geworden wrijft spinnend tegen hem aan. Die ook maar even eten geven.
5.49 AM Ontbijten en lunch maken.
5.51 AM Koffie klaar. Eten voor Poef.
5.54 AM Koffiemok omspoelen tegen vlekken. Tanden poetsen.
5.56 AM Kus op slapend hoofd.

Als hij de deur achter zich dicht trekt overvalt hem de buitenwereld. Iedere dag weer voelt als een beproeving wanneer hij de stadslucht op zijn huid voelt. Heeft hij het gevecht met zichzelf en de veiligheid waarin hij verkeerde verloren en moet hij zich onbeschermd in de strijd gooien. Met het licht, de mensen, het lawaai.
6.00 AM Jas aan. Deur dicht. Lopen.
6.10 AM Trap af. Draaipoortje. Zwerver. Perron.
6.12 AM Dringen voor deur. Spieden naar zitplaats. Zitten en slapen.

Het was nooit zijn idee geweest om buiten het centrum te gaan wonen. Hij hield van de stad. Had er oud kunnen worden. Maar wilde dat niet alleen en gaf dus toe. Willigde een wens in. En werd de man die hij verachtte. De man die de stad niet meer zag, maar zich er alleen in voortbewoog. Zonder te kijken. Van A naar B. Zonder gevoel.
6.20 AM Tussen mensen doorduwen. Geur van ondergrondse gangen.
6.24 AM Nieuwe mensen. Nieuw perron. Nieuwe metro.
6.39 AM Herhaling van zetten. Kleffe bagel. Warme luchtstromen.
7.00 AM Hoge trappen. Wachtend achter ruggen. Buitenlucht. Weer te fel.

Pas wanneer hij de stad weer betreedt is hij in staat om zijn ogen open te doen. Om weer echt te kijken. Bewust. Hij kan wimperkijken. Door de haartjes heen. Tot hij wakker genoeg is om het licht te kunnen ontvangen. De mensen op te merken. Zelfs dan ziet hij alleen nog de grote lijnen. Bewegende mensenmassa’s, die voor en achter hem uit golven. Alle kanten op. Inclusief de zijne.
7.08 AM Koffie. Espresso. Krantje. Staand
7.14 AM De massa weer in. Doorstappen.
7.28 AM Draaideur. Gedemd geluid van buiten. Knikje naar balie.

Hij begint zijn dagen vroeger dan zijn collega’s. Niet omdat hij er zo van houdt, maar omdat hij dan kan sporten in de pauze. Ondergrondse gym. Weer troosteloos licht en stank. Zijn hoofd staat ’s ochtends en ’s avonds uit. Maar door de draaiende band onder zijn voeten kan hij even omschakelen. Even zijn lijf voelen. De gewichten die aan zijn armen trekken geven hem een vals gevoel van kracht. In werkelijkheid is alle kracht uit zijn lichaam gevloeid. Is hij slechts een blubberende massa die zijn benen dagelijks vervoeren.
18.34 PM Jas van haakje. Beeldscherm uit. Knikje naar balie.
18.40 PM Trappen afdalen. Inademen voor de metro voorbij raast.
18.43 PM Dringen. Desnoods slaan met tas. Hoe dan ook zitten.

De stank is ’s avonds altijd erger dan ’s ochtends. Het lijkt alsof de dag de stad laat zweten, en al dat zweet de afwateringskanalen volgt richting metrobuizen. Mensen stinken, stoelen stinken. Geuren van vet eten in ondergrondse gangen. In de herfst is het het ergst.
19.00 PM Naar buiten dringen. Rennen naar overkant.
19.02 PM Express metro. Nog meer drukte.
19.26 PM Rustig opstaan. Alle ruimte. Roltrap naar lucht.

Het lukt hem niet om de tijd nuttig te besteden. Krant lezen. Of boek. Zelf muziek is te veel. Hij houdt niet van menigtes. Wil niet met zijn been tegen het been van een ander aangedrukt zitten. Vermijdt elk lichamelijk contact. De geuren in de gangen vermoeien hem. Zijn te veel na een lange dag werken. De buitenlucht valt als een warme deken over hem heen. De lantaarnpalen zijn al aan. Op het speelveldje wordt gebasketbald.
19.32 PM Sleutel in slot. Kus op wang. Tas in gang.
19.36 PM Schoenen uit. Zitten. Poef aaien.
19.50 PM Bijpraten. Eten. Ogen open proberen te houden.
20.00 PM Journaal.

Hij had het zich allemaal zo anders voorgesteld. Het leven. Hij wilde er alles uithalen wat erin zat. Maar kon tegenwoordig niet meer nadenken over wat hij ervan verwachtte. De dagen gleden voorbij. Hij grapte met zijn collega’s en probeerde van zijn vrouw te houden. Ze zagen elkaar te weinig om nog oprechte interesse te kunnen tonen. Wisten niet genoeg van elkaars leven.
22.00 PM Televisie uit. Lichtjes uit.
22.05 PM Toilet. Tandpasta op borstel. Sokken uit. In wasmand.
22.10 PM Liggen. Zoekende hand wegduwen. Mompelen. Omdraaien.
22.15 PM Geniale gedachten. Vergeten. Slapen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten